Voertuigcontrole

Ezelsbruggetje:

Om de onderhouds- en controlepunten voor de motor makkelijk te onthouden, is het volgende ezelsbruggetje bedacht:
BBRAAVVOK.
Dit staat, zoals in het menu te lezen is, voor:

Banden

Controlepunten:

Brandstof

Controlepunten

De Honda CBF 500 heeft GEEN brandstofkraan (dus geen reservestand). Als het waarschuwingslampje voor de brandstof (zie foto) gaat branden, dan zit er nog ongeveer 3 liter brandstof in de tank.
Aandachtspunt
Tank behoedzaam. De tank zit om het frame "gevouwen" waardoor de vulopening vlak bij de bodem van de tank zit. Met een maximale straal bij het tanken kan de brandstof uit de tank spuiten en op de hete motor terecht komen (brand kan het gevolg zijn).

Remmen









Voor- en achterrem
Controlepunten

Remvloeistofreservoir voor en achter

Pulsontvanger voor en achter

Accu

Controlepunten

Aandrijving

Er zijn drie soorten aandrijving:
1. Cardan
2. Ketting (Honda CB650F
3. Getande riem











Controlepunten  cardan
Een cardan aandrijving is onderhoudsvriendelijk. Weinig te onderhouden en te controleren dus.

Controlepunten ketting
Spelling moet 2 à 3 cm. zijn. Te meten aan de onderkant in het midden (tussen voor- en achter tandwiel).
Regelmatig de ketting en tandwielen controleren op slijtage en het wiel naar achteren trekken als de speling te groot is.
Voor een langere levensduur van de ketting is het verstandig om deze regelmatig te smeren (en dan het liefst na de rit als de ketting nog warm is).

Controlepunten getande riem
De riem mag niet uitgedroogd zijn.
De tanden mogen niet versleten zijn.

Vering











Controlepunten

De vering moet voor en achter schoon zijn en geen lekkage vertonen.
Demping voor mag geen lekkage vertonen. keerringen zijn dan stuk
De Honda CBF650F is uitgerust met een enkele instelbare achter-schokdemper (monoshock). Deze mag enkel lichte roestvorming hebben. Bij bladvorming van roest zijn scheurtjes namelijk niet waar te nemen.

Aandachtspunt
Voor de achtervering is het verstandig om te weten wat de stelmogelijkheden zijn i.v.m. met een passagier en/of bagage. Bij het rijden met een passagier en/of bagage is het voor de stabiliteit namelijk beter als de achtervering wat stugger is afgesteld. Raadpleeg voor de stelmogelijkheden het instructieboekje.

Verlichting

Controlepunt
Alle verlichting moet heel zijn, schoon en werken (controle hiervan gebeurd samen met de examinator).
Let op!Voorrem en achterrem hebben een aparte schakelaar. Daarom moet bij de controle van de werking de voor- en achterrem apart van elkaar bediend worden

Olie











Controlepunt

Olie moet op niveau zijn. De vuldop is de peilstok (zie foto). Let er bij het peilen op dat de motor recht staat en dat de motor nog koud is (het beste moment om te peilen is dan ook 's ochtends voor de rit). Hoeveel en welke olie er bijgevuld moet worden staat in het instructieboekje. Voor wat betreft de hoeveelheid is het over het algemeen zo dat het verschil tussen minimum en maximum meestal maar een 0,5 liter is.

Koeling 












expansievat, radiateur 

Controlepunten
Vloeistofniveau. Het niveau is te controleren aan de rechterkant van de buddy achter het kapje. Het expansievat (om bij te vullen) zit vlak voor het achterwiel.Om een goede werking van de radiateur te waarborgen, moet deze regelmatig schoon gemaakt worden. Let hierbij wel op dat de radiateur wordt schoongemaakt wanneer deze volledig is afgekoeld.Het schoonmaken gebeurd aan de achterkant met zacht stromend water. Daarbij voorzichtig in de richting van de lamellen borstelen.

Noodknop











Controle
Controleer voor het starten of de NOODKNOP of ook wel DODEMANSKNOP op "ON" staat
Gebruik deze alleen maar als de motor omligt op de grond, om de motor uit te schakelen. 
De motor gaat uit maar het licht blijft branden. zo voorkomt men dat ledematen tussen de wielen raken en men blijft zichtbaar.